Naar 'de Hel' of naar de hel (3)
Verdwalen in een doolhof vol twijfels
Het tot een goed einde brengen van de marathon van Gent had me weer goede moed gegeven. Na bijna een jaar van valpartijen en andere ongemakken had ik er stilletjes genoeg van en meermaals dacht ik er aan om mijn sportieve activiteiten stop te zetten. Maar evenveel keer vond ik opnieuw de moed om er toch weer vol voor te gaan. En nu mijn vijftigste marathon in zicht kwam had ik ook geen zin om er de brui aan te geven. Er stond er immers ook een hele mooie aan te komen, de marathon van Milaan. Sinds een promocampagne op de marathon van Amsterdam waren mijn vriendin en ik helemaal verkocht. De datum was perfect in het midden van de paasvakantie en we zouden er een leuk reisje aan vastknopen. Het stond met stip aangeduid in onze agenda.
Enkele dagen voor de voorziene marathondatum gingen we op pad richting Milaan, al hadden we door de overvloedige regen op de Duitse snelwegen al vrij snel beslist om het kamperen in het Zwarte Woud om te ruilen voor een net iets meer comfortabel verblijf, een kamer tegen de bergwand was trouwens een uitstekend alternatief! We zaten immers niet zo ver van de Zwitserse grens, dus vertrekken op zaterdagochtend richting Italië zou ruimschoots volstaan om tijdig de formaliteiten rond de marathon in orde te brengen. Althans dat dachten we, zeker toen de trip door Zwitserland vlotjes verliep. We konden Italië bij wijze van spreken al horen, voelen en ruiken en hadden enkel nog een kleine file in de aanloop naar de Gotthardtunnel te verwerken, tot de auto van de vriendin plots een foutmelding gaf, het ook helemaal begaf en we geen kant meer op konden. Een probleempje rond koelvloeistof leek plots een radiatorprobleem en een ijverige, misschien overijverige jongeman, die ons wilde helpen en naar een garage bovenop de pas loodste had wellichtook geen idee dat dit meer schade zou opleveren. Een takelwagen moest erbij komen en wij stonden daar, vol twijfels en lichte frustraties maar ook ongeloof en vooral met de handen in het haar.
Even wisten we niet goed wat te doen, maar snel kwamen we tot de conclusie dat bij de pakken neerzitten geen oplossing zou bieden. Hoewel ik nog alles in het werk stelde om mijn marathondeelname nog in orde te krijgen, bleek dat een utopie. De vriendelijke takelmannen leverden ons af bij het dichtst bijgelegen station en met de trein trokken we verder naar de modestad. Geen marathon, maar wel een mooie vakantie was uiteindelijk de conclusie. Maar de vragen over mijn conditie bleven wel en bij mezelf nam de onzekerheid toe. Ik vertoefde en verdwaalde in een doolhof van twijfels. Zou ik mijn grote droom nog kunnen waarmaken? Nu mijn lichaam herstellende leek, was het mijn hoofd dat dwars ging liggen. En de marathon van Zeeuws-Vlaanderen twee weken later was evenmin een vertrouwensboost, want hier liep het letterlijk voor geen meter. Regen, wind, koude, belabberde benen maakten het moeilijk en ook de goesting kreeg ik niet mee van Hulst naar Terneuzen. Gelukkig was er wel nog karakter in de tank en zo lukte het toch de finish te halen. Een opkikker die wel kon tellen. Enkele dagen later was het immers 30 april wat betekent dat het om middernacht het sein is om in te schrijven voor 'de Hel'. Dan moet je beslissen en snel zijn, want twijfelen betekent ook dat je er hoogstwaarschijnlijk niet bij zal zijn. Op enkele minuten zijn de inschrijvingen volzet en zijn de ingeschrevenen dolgelukkig, maar wel enkele honderden euro's armer.
(wordt vervolgd)
Naar 'de Hel' of naar de hel (2)
Een zucht van opluchting..
"Zullen we hier even pauzeren?", vroeg de dame naast me nadat we samen van de trap kwamen. "Ben je al moe dan?", beantwoordde ik haar vraag met een wedervraag. Ze glimlachte even en besloot de wandeling verder te zetten. Ik had immers in mijn ene hand de rechterleuning van de trap vast en in de linkerhand een tonnetje met bloed. Dit vaatje bevatte een darmpje waarvan het andere uiteinde tussen mijn ribben was geplaatst. De dame in kwestie was de kinesiste van het Sint-Dimpnaziekenhuis in Geel. De ingreep een dag eerder was goed verlopen en de opbouw kon beginnen. "Loop nu niet meteen een marathon, want daar is je lichaam nog niet klaar voor", vertelde ze me net niet met het vingertje wijzend nadat ze nog even wat ademhalingsoefeningen met me had gedaan. "Voor volgende week zal het nog niet zijn", dacht ik bij mezelf, "maar eind deze maand zou het toch moeten lukken." Dan was ik immers ingeschreven voor de marathon van Gent, eentje waar ik enorm naar uitkeek, niet in het minst omdat mijn zoon daar sinds dit academiejaar studeert. De vraag was dus maar of ik tijdig klaar zou zijn. De finish halen zou al een prestatie zijn, dat was dan ook het enige doel. De dag nadat ik uit het ziekenhuis ontslagen werd, waagde ik me samen met Kristel aan een wandeling door Tielen en Gierle, een week later gingen we de trailomloop aan het prachtige Lac de la Gileppe lopen. Dat lukte aardig, maar was niets in vergelijking met de 42 lange Gentse kilometers die me twee weken later voor de voeten zouden worden geschoven.
Het was dan ook met een bang hartje en een grote onzekerheid dat ik me al slenterend vanuit de Topsporthal naar de start begaf. Ondanks alles toonde ik een gelaten indruk, ik had er ook geen flauw idee van hoe me deze marathon zou bevallen. Ik zette me achteraan in het laatste startvak, omgeven door debutanten op de halve marathon. Plots betrapte ik mezelf er op dat ik een aantal stresskippen geruststelde, terwijl ik zelf een vat vol onwetendheid was. Maar mijn ervaring van meer dan 45 marathons stelde mijn omstaanders duidelijk gerust, ook wanneer het wel heel lang duurde eer we de startlijn konden overschrijden. Het was een frisse lentezondag en er stond best wel een stevig briesje dat langs de Scheldeboorden best goed voelbaar was. Toch slaagde ik er wonderwel in het rustige tempo dat ik gekozen had vol te houden tot voorbij kilometer dertig. En ook daarna ging het nog redelijk vlot. Naar het einde toe passeerde ik nog tal van stervende zwanen en blij als een kind liep ik het rondje over de atletiekpiste in een aardig gevulde Topsporthal om met tranen in de ogen over de meet te komen. "Ik kan het nog", ging er een zucht van opluchting door me heen. En met de longen was blijkbaar ook alles in orde. De conditie kon zeker nog worden aangescherpt. Of dit voldoende zou zijn om me in te schrijven voor de Hel van Kasterlee? Zeker niet, want hiervoor was wel meer nodig, maar er was opnieuw een tikkeltje hoop.
(later meer)
Naar 'de Hel' of naar de hel (1)
Van de regen in de drop
Kasterlee, zondag 17 december vorig jaar, anderhalve meter verwijderd van de rode loper in de sporthal van Duineneind. Met veel bewondering kijk ik naar de deelnemers die finishen in hun 'Hel van Kasterlee', het respect voor elk van hen is groot, immens groot. Net het respect dat ook ik voelde toen ik er acht jaar eerder met dochtertje Hanna (intussen al een heel madam) aan de hand overheen liep, geruggesteund door zoon Sean, coach van die dag die me voorzag van eten en drinken alsook van de morele steun van echtgenote Heidi die helaas een jaar later in het weekend van 'de Hel' overleed aan de gevolgen van kanker.
Met open mond en luid applaudisserend verwelkomden de dochter, vriendin Kristel en ikzelf de Hellegangers. "Hoe geweldig zou het zijn mocht ik jou zo eens over deze rode loper zien binnenkomen?", trapte Kristel een open deur in. Ik wist aanvankelijk niet goed hoe ik hierop moest reageren, want ook ik droomde van nog eens een uitdaging in 'mijn' Kasterlee, maar ik was intussen de leeftijd van vijftig al gepasseerd en wist niet of ik me hiervoor nog zou kunnen opladen. Daarenboven was ik net herstellende van gekneusde ribben waardoor ik had moeten passen voor de marathon in eigen gemeente én had ik mijn zinnen voor 2024 vooral terug op enkele marathons gezet. Ik zou graag de kaap van de vijftig 42-ers overschrijden.
Maar dat marathonvoorjaar kreeg een knauw door een nieuwe (oerdomme) val met de fiets begin januari. Opnieuw de ribben geraakt en dit met ernstige gevolgen. Zo moest ik de marathon van Kruibeke laten varen en enkele dagen voor de zware bosmarathon in Het Leen in Eeklo besloot ik uit voorzorg toch maar eens een dokter te bezoeken, de ademhaling liep niet zoals gewenst. Weg marathon Eeklo dus, maar ondanks een vermoedelijke longontsteking lukte het me toch om ruim twintig kilometer te wandelen. "Zo erg zal het niet zijn", klonk het in mijn hoofd. Maar in het ziekenhuis van Geel weerklonk een week later een ander signaal. "Je longen werken maar op halve kracht, er zit vocht achter. Dat gaan we moeten verwijderen, je mag meteen binnenkomen." Was dat in even slikken, het leek wel of ik van de regen in de drop terechtkwam, of omgekeerd. Na een tuimelperte in juni van het voorbije jaar ging het van kwaad naar erger. We waren immers nog maar eind februari en al mijn plannen moesten de koelkast in. Of toch niet...
(later meer)
Column 27 januari 2021
Frustratieloopje
Eindelijk is het zaterdagochtend en is er een einde gekomen aan die ellendige werkweek op school. Zieke collega's, ruziemakende kinderen, ouders met lastige vragen en een stapel werk die boven me dreigt uit te stijgen. Neem daarbij een vriendschap die wat aan het aftakelen is met een tekort aan slaap als gevolg, dan hoeft er helemaal geen tekening meer bij. En op de koop toe gaf vrijdagmiddag de mobiele telefoon de geest. "Het kan verkeren", zei eeuwen geleden al een van mijn schrijvende voorgangers. En wie ben ik om hem tegen te spreken. Ik mocht het zelfs aan den lijve ondervinden.
Dus was ik maar al te blij dat ik zaterdag even over acht op pad kon voor een frustratieloopje. Deze term heb ik een tijdje geleden in het leven geroepen als combinatie van duurloopje en tempoloop. Door wat verder én sneller te lopen raakte ik verlost van mijn frustraties en de hoop was dat dit ook nu het geval zou zijn. Het was nog een beetje donker toen ik van start ging en er stond een nijdige wind, maar het was droog en koud. Voor mij misschien wel de omstandigheden waarin ik me het best voel, uitgezonderd die wind dan. Na enkele honderden meters zat ik al in het bos en de problemen van school verdwenen helemaal naar de achtergrond. De frisse boslucht deed me herademen, zowel letterlijk als figuurlijk. De bomen zorgden voor de nodige beschutting tegen de wind en de paadjes lagen er voortreffelijk bij. "Ik ben vandaag zo vrolijk", zong ik zelfs luidop in de hoop dat ik mezelf niets wijsmaakte, want ik wist dat er in mijn hoofd toch nog enkele zaken een juiste plaats moesten krijgen. Maar muziek verzacht de zeden en een glimlach is nooit ver weg dan.
Nu loop ik nooit met oortjes in, dat geeft me een ongemakkelijk gevoel, maar in mijn gedachten circuleren wel tal van liedjes. De wisselende omstandigheden die ik tijdens het hardlopen op mijn pad ontmoet vormen een jukebox in mijn hoofd. Ik hou van veel muziekjes, dat maakt het des te leuker. Klassiekers van Elvis Costello, Lou Reed, The Levellers en Metallica passeren vaak de revue. Vooral deze laatste durf ik dan wel eens luidop mee te brullen, in de hoop dat er niemand in de buurt is. Recent kreeg ik nog de opmerking dat mijn nieuwe look wat op zanger James Hetfield leek, dat beschouwde ik wel als een compliment. Al hoop ik levensgewijs wel op een iets rechter pad te blijven.
Vanochtend waren het geen loeiharde gitaren, maar stak leuke Nederpop uit de tijd dat ik nog kind was de kop op. Is er leven op Pluto? Dat zal me worst wezen, net als de vraag of je kan dansen op de maan. Maar ik vroeg me net als de twee Henkjes van Het Goede Doel wel af op welke plaatsen het beter zou zijn dan hier in deze bosrijke omgeving. België was zoals in het liedje voor mij geen optie, daar bevond ik me immers al. En ja, soms wil ik wel eens weg van hier, weg van de drukte, weg van de onstuimige dorpscentra. En Nederland zou dan wel eens een optie kunnen zijn, maar ik vroeg me af of ik me nog ergens anders zou kunnen thuisvoelen. Net als in het liedje is ook Koeweit me te heet en Lapland te koud. Dat het in Polen te goed gaat durf ik te betwijfelen bij het passeren van een chaletpark vol Poolse bouwvakkers die hier bij ons hun geluk komen zoeken. En dat in Noord-Ierland alles stuk gaat lijkt me ook gedateerd. Dat land zou net als het andere Ierland, Schotland en de Scandinavische landen wel op mijn lijstje kunnen voorkomen. Stuk voor stuk landen waar de natuur hoogtij viert en de mentaliteit toch net even anders is. Een keuze dringt zich niet meteen op, maar ik hou het toch maar in mijn achterhoofd. Voorlopig is het ook nog fijn toeven in de 'Stille Kempen'.
De rust keert zo langzaam weer in mijn hoofd, alleen die band met mijn bestie die op de helling staar baart me nog steeds zorgen. Al drie weken hoorde ik nog nauwelijks wat van haar en het lijkt er ook op dat vooral ik daar een probleem van maak. Voor haar komt het allemaal vrij logisch en zelfs doodnormaal over. Nog steeds dwaalde Het Goede Doel door mijn gedachten, al was het nu met een andere song. En ik zong nog luider mee dan voorheen: "Één keer trek je de conclusie, vriendschap is een illusie. Vriendschap is een droom, een pakketje schroot met een dun laagje chroom". Dit stond dan in schril contrast met wat mijn hartsvriendin me steeds toevertrouwde: "Aan onze vriendschap kan niemand raken, die is zo speciaal en zo intens dat die voor altijd zal duren." Ik weet het even niet meer. De waarheid zal ongetwijfeld ergens daartussen liggen, al hoop ik dat die naar de juiste kant overhelt. Maar momenteel twijfel ik daar ontzettend sterk aan.
Wanneer ik na vijftien kilometer en aan een vrij hoge hartslag weer thuiskom merk ik dat ze toch een berichtje heeft nagelaten met de vraag even te bellen. Dat doen we dan ook. Op die manier raken ook de laatste zorgen weggewerkt. En zo heeft mijn frustratieloopje dan toch het beoogde doel bereikt.
Column 20 januari 2021
Slijkmannetje
Het winterseizoen weet me over het algemeen wel te bekoren. Het levert vaak feeërieke beelden op en de pracht van Moeder Natuur komt dan echt tot zijn recht. Zeker wanneer het landschap is bedolven onder een dun sneeuwtapijt. Maar doordat de dooi zondagochtend al was ingezet verdween de winterse neerslag van de dag voordien letterlijk als sneeuw voor de zon. Toch keken mijn loopschoenen me zo lief aan, aan de vraag om met hen op pad te gaan kon ik nauwelijks of niet weerstaan.
Het was nog eens tijd om ergens anders te gaan sporten, dacht ik, om nieuwe oorden op te zoeken. Want dat was alweer een tijdje geleden. En ik was toch weer een beetje uitgekeken op mijn eigen habitat, de gekende comfortzone. Mijn keuze voor mijn wekelijks duurloopje viel op een organisatie van een net opgerichte triatlonclub, die een omloop met de afstand van een halve marathon hadden afgepijld in de Turnhoutse natuur. Nu is deze stad, die de titel van hoofdstad van de Kempen durft te ambiëren, slechts een boogscheut van mijn deur verwijderd, maar eigenlijk voelde ik me er nooit echt thuis. Het lijkt wel of de innige band met mijn geboorteplaats destijds samen met de navelstreng werd doorgeknipt. Maar zondag trok ik er dus toch maar naartoe. Ik was haast vergeten dat de stad over heel wat natuurgebieden beschikte, maar die waren toch wat onbekend terrein voor me. Ik parkeerde mijn wagen aan de stadsrand en ging op zoek naar de blauwe pijlen die ik diende te volgen. En die vond ik vrijwel onmiddellijk. Op dat vlak al een pluspuntje voor de organisatie. Nu restte enkel nog de vraag hoe ik het loopje zou aanpakken. Ik had wel eens gauw een blik geworpen op het parcours, maar veel wijzer werd ik daar niet van. Wel merkte ik veel groen op het routekaartje, een toptijd zat er dus niet meteen in. "Ach, we zullen wel zien hoe het loopt", zei ik tegen mezelf. Ik had geen verplichtingen naar mezelf toe en ook aan iemand anders had ik weinig tot niets te bewijzen. Het belangrijkste was dat ik van mijn loopje zou genieten, maar daar twijfelde ik geen seconde aan.
Een breed geasfalteerd wandelpad loodste me in de eerste kilometer naar het jaagpad langs het kanaal, dus koos ik voor een strak maar zeker geen overhaast tempo. Ik wist immers niet wat ik op mijn pad zou tegenkomen in de eenentwintig kilometer lange omloop, ook over het jaagpad zelf liep ik met de nodige reserve. Gelukkig maar, want na drie kilometer wees een blauwe pijl een smal paadje aan dat vrijwel onmiddellijk naar boven ging om daarna af te dalen naar een zompige weide. De lopers die al vroeg aan hun opdracht waren begonnen hadden in de sneeuw het pad geëffend zodat het duidelijk was welke richting ik uit moest. Langzaam verscheen het zonnetje aan de hemel en die zorgde ervoor dat de sneeuw in een mum van tijd was verdwenen. Gelukkig was de route-aanduiding klaar als een klontje zodat verloren lopen niet meteen tot de mogelijkheden behoorde. Hoewel, mijn verstrooidheid kennende... Het draaien en keren langs smalle singletracks maakte het best wel leuk, de gladde ondergrond verplichtte me wel het hoofd er goed bij te houden. Na een handvol kilometer belandde ik terug op een verharde weg en kon zo toch even op adem komen, maar lang duurde dit niet, want plots werd ik rechts het bos in gestuurd. Het leek wel een grote modderpoel en meteen werd duidelijk waarom het organiserende clubje had voorgesteld dat je best niet met je nieuwe witte sneakers naar hun evenenemt zou afzakken. Tot over de enkels in het koude slijk, het was weer even geleden. De glibberige bedoening was niet meteen mijn kopje thee. Het deed me denken aan een trailrun in de Ardennen afgelopen zomer waar ik vaak nog badend in het zweet van wakker word. Enkel de bergen ontbraken hier in deze vlakke omgeving.
Waande ik me enkele weken geleden nog de superheld Waterlander die alles en iedereen aan kon, dat beeld was mijlenver weg. Nu leek ik meer op Slijkmannetje, zo fragiel en broos die bij elke stap de twijfel in zichzelf voelde opkomen. Misschien wel een beeld dat ik ook in het dagelijkse leven de jongste weken durfde uitstralen. De vrees voor een glijpartij onderweg was even groter dan het genot van de omgeving. Jammer, want de natuur had hier heel wat te bieden maar in een ijskoud modderbad had ik niet meteen zin. Gelukkig zochten de parcoursbouwers halfweg de omloop alweer drogere oorden op en waren de geteisterde voetjes snel weer op temperatuur. Slijkmannetje zocht en vond zijn tweede adem, de zonnestraaltjes die door de hoge bomen hun weg vonden zorgden voor extra energie. Intussen ging de klok richting elf uur en kwam ik steeds meer wandelaars en lopers tegen op mijn pad. Het was dan ook een prachtige omgeving voor een winterwandeling of ochtendloopje. Hoewel het even voordien toch vloeken was omwille van de koude voeten, vond ik het toch een superomloop die duidelijk door kenners in elkaar was gestoken. Ook het tweede gedeelte loonde echt de moeite, met de nodige variatie ook. Hier vond ik zelfs nog meer mijn draai, letterlijk en figuurlijk dan, want langs de smalle paadjes kon ik al kronkelend door het bos mijn hartje ophalen.
Een snelle tijd zat er zondagochtend niet in, maar een prachtige beleving was het wel. De van origine blauwe shoes waren nu getooid in vijftig tinten bruin, het slijk had zich zelfs een weg gebaand tot tussen mijn tenen. Ondanks de natte voeten was ik gelukkig gespaard gebleven van blaren. Het was dus werkelijk genieten. Opnieuw werd pijnlijk duidelijk dat je niet noodzakelijk een verre reis moet maken om te kunnen opgaan in de natuurpracht. Het gras mag zoals het spreekwoord zegt dan groener zijn aan de overkant, niets houd je tegen om bij je overburen op bezoek te gaan.
Column 13 januari 2021
Nooit meer winter
Vijf graden onder nul, dat was de temperatuur die de buitenthermometer van de wagen aangaf toen ik me zaterdagochtend even voor acht naar de winkel begaf. "Best frisjes", dacht ik bij mezelf terwijl ik het ijs van de voorruit schraapte. Nu had ik ik in het verleden weinig problemen met koude, maar sinds ik de voorbije zomer meer dan tien kilogram aan lichaamsgewicht verloor en dat extra beschermende laagje rond mijn tengere lichaam verdwenen was, had ik het er best moeilijk mee.
Eenmaal terug van de boodschappen met de nodige broodjes, vleesjes, groenten en fruit en na een stevig ontbijt maakte ik me ondanks de vriestemperatuur klaar voor mijn wekelijks zaterdagloopje. "Laat die klimaatopwarming maar een tandje bijsteken", hield ik mezelf een foute en wel heel flauwe grap voor. Veel zou het allemaal niet uithalen. De krenten-notenbol met filet de saxe, vergezeld van enkele koffietjes en een roomsoes als toetje hadden me werkelijk gesmaakt en me de nodige moed gegeven om toch op pad te gaan. Helemaal van harte was het niet, de koude weet je wel... Het lichaam had zin, de geest daarentegen had het er net wat moeilijker mee. Maar ik beet dus kranig door en zong luidop - de kinderen lagen toch nog in bed - een nummer van één van mijn muzikale helden, de betreurde zanger Luc De Vos van de Vlaamse rockband Gorky, toen nog met ypsilon achteraan. In het liedje 'Nooit meer winter' bracht hij immers een eerbetoon aan een een icoon uit mijn jeugdjaren. De Zuid-Afrikaanse atlete Zola Budd deed mijn tienerhart heel wat sneller slaan, al was ik in die periode nog meer voetballer dan loper en amper tien toen zij op het internationale forum verscheen. Het was niet uit verliefdheid dat mijn hartslag de hoogte in ging, wel uit diep respect voor de blootvoetse schoonheid uit Bloemfontein. Dus terwijl ik me klaarmaakte voor mijn loopje kweelde ik herhaaldelijk de volgende strofe. "'s Morgens ligt het schema klaar, huilend loopt ze langs de baan. Niemand kent de ware pijn van Zola Budd in de rechte lijn. Sneeuw in mijn oren en mijn voeten stijf. Nooit meer winter en zo ver van huis." Als zelfs culthelden uit mijn jeugd het al eens moeilijk hadden met de koude, wie ben ik dan om te twijfelen.
Bij min drie was ik dan eindelijk onderweg. Aanvankelijk liep het wat stroef, de knoken van een veertiger hebben immers wat meer tijd nodig om zich aan de omstandigheden aan te passen. Het beeld van Zola Budd bleef wat hangen, tot mijn blik viel op een ruiter die zijn paard door het lange, ijzige gras loodste. Het paard, duidelijk in vorm, deed me denken aan een andere grootheid uit de atletiek, de Britse Paula Radcliffe. Haar eigenzinnige stijl leverde wel eens hoongelach op, het hoofd schuddend als een wulpse merrie, maar haar tempo loog er niet om. Haar palmares liegt er dan ook niet om, het jaar 1973 heeft duidelijk heel wat talenten opgeleverd. Ik begin zowaar te zweven, maar kom al snel met beide voeten weer op de grond wanneer ik dreig uit te glijden op een van de talloze ijsplekken. Gelukkig kan ik me tijdig corrigeren. Maar zo passeerde in mijn gedachten de ene na de andere jeugd- en sportheld de revue.
Ik ben intussen opgewarmd en geniet met volle teugen van de winterse taferelen. Ik betrap me er zelfs op dat ik steeds verder van huis aan het lopen ben, dus hou er even het verstand bij. De natuur is echt wondermooi, het kleine roodborstje op zoek naar eten even verderop maakt me even wat droeviger, maar het beeld van de immense reiger die overvliegt doet me weer in verbazing vallen, een verdwaalde eekhoorn kijkt me even later onschuldig aan om dan snel in het niets te verdwijnen. Hoe kunnen deze vogels en andere dieren toch overleven in deze koude?
Die vraag houdt me nog steeds bezig wanneer ik na zeventien kilometer de
oprit van mijn huisje opdraai. Een kop warme chocolademelk brengt me echter
terug bij de realiteit van de dag. Het loopplezier van even voordien neemt
niemand me nog af. En wanneer ik even later in een badje met eucalyptusolie lig
na te genieten neurie ik een zinnetje uit een nummer van The Choice: "Well
winter can be cozy too." Ik zou het niet beter kunnen verwoorden dan
zangeres Sarah Bettens en besluit om er in de namiddag nog een fikse
boswandeling aan vast te breien..
E. Leysen
Column 6 januari 2021
Marathongeluk
De overgang van oud naar nieuw was tijdens mijn jeugd, zowat van mijn
vijftiende tot enkele jaren geleden, steeds een moment om naar uit te kijken.
Al feestend vlogen we dan met zijn allen het nieuwe jaar in, vaak van de middag
van de laatste dag van het jaar tot op het einde van de volgende. Dit jaar
besloot ik ook om er de eerste dag van het jaar een ferme sportieve lap op te
geven, zoals ze dat bij ons in de Kempen zeggen.
Enkele tellen voorbij middernacht al zei ik het oude jaar vaarwel, al klinkend met de zoon met een proefglaasje Duvel in de hand, om dan meteen daarna het bed op te zoeken. Want de volgende ochtend zou mijn eerste loopuitdaging van het nieuwe jaar al op het programma staan. Enkele weken voordien had ik het idee geopperd om een marathon te lopen, zodat ik dat item al meteen kon afvinken op mijn to-do-lijstje. Om half zeven die eerste januari liep de wekker af, het uur waarop ik in het verleden op deze dag meer dan eens mijn tweede adem vond om de party verder te zetten. Maar nu even niet, nu golden er andere prioriteiten. De loopkledij lag al netjes klaar, toch liep ik eerst naar de koffiemachine, want dat ritueel zou ik niet aan me laten voorbijgaan, daarna zette ik de radio aan en maakte een ontbijt. Een bananenshake met haverzemelen zou me meer dan veertig kilometer aan de praat moeten kunnen houden. Hoewel, een fruitreepje ging wel mee voor onderweg. Maar zo ver was ik nog niet, al meebrullend op Sabotage van de goddelijke Beastie Boys kwam ik meteen in het ritme op deze nieuwjaarsdag. Na een tweede koffietje ging ik me wat opfrissen in de badkamer en maakte me vertrekkensklaar. Omstreeks acht uur stond ik te popelen om te vertrekken, alleen was het nog net iets te donker om van start te gaan. Nog gauw een espressootje achter de kiezen werken en een kwartiertje later ging ik effectief op pad.
Volledig in het zwart, sinds jaar en dag mijn favoriete loopkleur, ging ik net iets te vroeg op zoek naar het zonlicht, maar voorzichtig paraderend langs rustige landwegen zou me weinig kunnen overkomen. Ik had vooraf een route uitgestippeld, maar na amper enkele honderden meters lagen benen en hoofd met elkaar in de clinch en draaide ik rechts in plaats van links. "Dat zullen we maar aan je koppigheid wijten", had mijn beste vriendin hierover geopperd toen ik rond het middaguur bij haar arriveerde. Haar huisje was immers de eindbestemming van de marathon die ik op deze eerste dag van het nieuwe jaar zou afhaspelen. Maar wel zoals verwacht liep ik na minder dan vijf kilometer over een breed bospad en hoorde de natuur zachtjes ontwaken. Het fluiten van de vogels die ritselden tussen de blaadjes maakten het fijn lopen, tot ik een half uurtje later enkele doffe knallen hoorde van laffe jagers die het wild in onze natuur het geluk op deze nieuwjaarsdag ontnamen. Even later kruisten twee reetjes mijn pad, al schrok het tweede zo van mijn aanwezigheid dat het de zandweg niet durfde oversteken. Het eerste reetje keek verweesd achterom op zoek naar zijn of haar maatje, maar gelukkig vonden ze elkaar na enkele tellen opnieuw terug. Ook ikzelf kon weer met een zalig gevoel - want deze prachtige diertjes hadden het jachtgeweld voorlopig toch overleefd en waren weer keurig verenigd - mijn tocht verderzetten en trok richting kanaal, waar ik koos voor het jaagpad. Hier kreeg ik even een dipje en vroeg me af waaraan ik was begonnen. Het eentonige pad begon me te vervelen en hoewel het tempo vrij goed zat leek elke kilometer wel eindeloos te duren. Door mijn hoofd gonsden de tonen van AC/DC's Highway To Hell en tot een hel wilde ik het absoluut niet laten komen. Daarom besloot ik een handvol kilometer later mijn traject aan te passen en dook opnieuw de natuur in. Mijn dipje ging snel voorbij en ik voelde me zielsgelukkig zo eenzaam en verlaten in de uitgestrekte bossen. Plots vlogen de kilometers voorbij. Ik passeerde wat verder de plaatselijke golfclub waar het opvallend rustig was. Twee golfers stonden met een biertje in de hand wat te keuvelen, het was nauwelijks half elf in de ochtend. Ik vroeg me af of ze hun achttien holes al achter de rug hadden of dat ze eerder kozen voor evenveel biertjes. "De beste wensen voor het nieuwe jaar", stamelde een van hen. "Ook voor jullie", antwoordde ik beleefd terwijl ik een schaterlach nauwelijks kon onderdrukken. Intussen was er wel wat meer beweging gekomen in het bos, tal van wandelaars genoten net als ik van de zonnestraaltjes die door de wolken kwamen piepen. Dit maakte de mensen duidelijk vrolijk en ook ik liep er opvallend opgewekt bij. Want ik naderde toch stilaan kilometer dertig en het gevoel was in mijn vorige marathons nooit beter na deze afstand en ook de tijd loog er niet om. Ik was duidelijk onderweg om de beste 42 kilometer van mijn leven tot dusver te lopen. Bovendien voelde ik me onvermoeibaar, ik liep als was ik een mes dat door de boter gleed. Dat het met de conditie wel snor zat, daar kon ik nu niet meer omheen. Na een kleine vijfendertig kilometer hield ik even halt om het kaartje op mijn mobiele telefoon te raadplegen zodat ik in de buurt van de marathonafstand bij mijn vriendin zou arriveren. Dankzij de wandelknooppunten vond ik een route die haast perfect paste. Ik smulde nog snel mijn fruitreep naar binnen en ging gauw opnieuw op pad.
Naarmate die laatste kilometers vorderden ging het tempo flink de hoogte in. En zo kwam het einde van mijn eigen virtuele wedstrijd in zicht. Ik had genoten zoals ik nooit eerder van een marathon had genoten. De juichende massa op de Coolsingel in Rotterdam, het Olympisch stadion van Stockholm, mijn passage langs het beeldje van de Lorelei bij mijn debuut in Koblenz, ja zelfs de aankomstlijn voor eigen volk in de marathon van 'mijn' Kasterlee verdwenen in het niets bij deze denkbeeldige finishlijn. Mijn hartsvriendin stond me op te wachten en haar gelukzalige lach sprak boekdelen. De hartslag ging dan toch even fel de hoogte in. "Mag ik jou het allerbeste wensen voor het nieuwe jaar?", vroeg ik terwijl ik haar naar Vlaamse traditie drie zoenen gaf. "Dat mag je zeker", vertelde ze me, "en laat dat ook voor jou gelden. En een dikke proficiat met deze prestatie, want dat heb je ongelooflijk knap gedaan!" Ik glunderde als nooit tevoren en voelde nauwelijks iets van mijn inspanning... tot ik ruim een uur en twee theetjes later van mijn stoel opstond. Maar dat nam ik er heel graag bij, want mijn jaar kon alvast niet meer stuk.
E. Leysen
Column 30 december 2020
Kerstkilootjes
We zijn zondag, exact twee dagen na Kerstmis. Ik sta 's ochtends op met een ietwat houten kop en een vreemde smaak in een plakkerige mond. De degustatie van enkele streekbiertjes de avond voordien was wat uit de hand gelopen en dat moet ik nu bekopen. Op mijn smartphone bekijk ik snel even het nieuws van de dag en hierdoor kom ik te weten dat storm Betty lelijk huishoudt in onze contreien. "Daar gaat mijn traditionele zondagloopje", denk ik luidop en misschien ook wat zoekend naar een excuus om toch maar de loopschoenen niet te moeten aantrekken. Het katertje in mijn lichaam is duidelijk even actief als de eerder vermelde storm en heeft mijn zin in een sportieve activiteit flink gekelderd.
Het is intussen al voorbij negen uur, meestal ben ik op dit uur al even op pad. Op weg naar de trap naar beneden passeer ik de weegschaal en ik besluit om nog eens een kijkje te nemen hoe het gesteld is met mijn gewicht. Wanneer ik de cijfers bekijk moet ik toch even slikken. Ik besluit om er even af te stappen, een toiletbezoek in te lassen en me dan opnieuw te wegen. Maar de cijfers zijn exact dezelfde en ook de volgorde is ongewijzigd. Ik vraag me heel even af hoe dit zou komen, maar lang moet ik niet naar de reden zoeken. Kerstavond had ik het nog relatief rustig gehouden en op de ochtend van de verjaardag van de Verlosser had ik nog een halve marathon als trainingsloopje gedaan en in de namiddag een wandeling die ook ruim twintig kilometer telde. Maar het einde van deze fantastische wandeling was het startsein voor een oergezellige avond in super gezelschap, een kerstfeest zoals ik er nooit eerder eentje kende. De hapjes waren voortreffelijk, maar gefrituurd. De combinatie met het als aperitief fungerende champagnebier mocht er ook zijn, maar net als bij het voorgerecht ging de teller met calorietjes fors de hoogte in. De frietjes met steak, warme groentjes en een goudbruin sausje smaakten heerlijk om nog maar te zwijgen van het dessert: een overheerlijke chocolade-kerststronk. De cognac-toets in het sublieme Vals Paterke Limited Edition-bier van een goede vriend die heerlijke biertjes brouwt zorgde ervoor dat het bijpraten net iets makkelijker verliep. In combinatie met de degustatie een dag later, met alweer hapjes, chips en andere zoetigheden was dit tevens de reden dat de weegschaal nu niet meteen mijn allerbeste vriend was. De voordien aangehaalde drogreden werd dus niet aanvaard, na een snelle koffie stond ik met mijn running shoes vertrekkensklaar.
Dat het geen lange duurloop zou worden, dat werd me meteen duidelijk. Niet alleen was er mijn lichaam dat wat tegenpruttelde, vooral de felle wind maakte het me knap lastig. Meestal zoek ik bij wind wat beschutting in het bos, maar dat leek me bij deze storm niet de meest aangewezen optie. Laverend tussen de gevallen takken langs de rand van het bos kreeg ik hiervan de bevestiging. Het loodste me naar rustige en op dit uur van de dag verlaten landelijke wegen, maar hier had de wind vrij spel en toen die ook pal op de snoet ging blazen was de 'goesting' ver weg. Toch bleef ik doorgaan, al was het maar als medicijn om die verdomde kater uit mijn lichaam te krijgen. Bovendien wist ik dat ik over anderhalve kilometer de wind in de rug zou krijgen. Als stimulans zou dat wel tellen, zeker nu het ook gestopt was met regenen. Want de fijne regendruppels bij deze koude temperatuur voelden aan als ijsbolletjes die alsmaar in mijn aangezicht neerploften. Leuk is anders, neem dat van me aan. De terugweg verliep dus een stuk vlotter dan de weg heen, dat had ik dus wel goed ingeschat. Het mag al eens meezitten op een dag als deze. De wind had de hoofdpijn en het ongemakkelijke inwendige gevoel wel verjaagd en als herboren liep ik na ruim drie kwartier mijn straat weer in.
Na een warme en vooral deugddoende muntthee verdwenen de laatste ongemakken van deze kersttweedaagse bij een al even lekkere douche. Toen de storm in de late namiddag was gaan liggen, besloot ik om de gezapige maar toch ietwat vervelende televisienamiddag te doorbreken met een korte wandeling door het dorp. Meteen waren de batterijen weer helemaal opgeladen. Ik was nog maar net thuis toen de telefoon rinkelde. "Hoe was je dagje?", klonk het bij mijn beste vriendin aan de andere kant van de lijn. "En nogmaals bedankt voor het superleuke kerstfeestje van vrijdag. Ik heb er werkelijk van genoten, dat moeten we beslist nog eens overdoen." "Topidee, coach!", vertelde ik haar. "Maar misschien kan jij dan voor een gezondere variant gaan, want de feestkilootjes speelden me vandaag toch parten." Het fijne lachje dat toen weerklonk sprak boekdelen, maar de mooie woorden maakten mijn dagje - dat zo ellendig begon - toch weer helemaal super.
Column 17 december 2020
Angst
"Lukt het niet?", vraagt mijn collega op school nadat ik net een beetje tegen mijn gewoonte in een luide vloek heb gelanceerd. "Het is ook altijd hetzelfde liedje", foeter ik terwijl ik verder aanmodder met de administratie. "We hebben allemaal wel eens onze mindere dag", vul ik nog aan, "ik denk dat ik vandaag aan de beurt ben." "Ach, het zullen de donkere dagen voor Kerstmis zijn", krijg ik nog als repliek. Ik zucht, want ik weet wel beter.
We zijn intussen al midden december, het zonlicht is vrij beperkt aanwezig en deze dagen zullen voor mij altijd donkere dagen voor Kerstmis blijven. Want het is vandaag exact dag op dag vier jaar geleden dat mijn echtgenote de strijd tegen kanker verloor na een felle strijd van meer dan drie jaar. Ik heb dan ook helemaal geen kalender nodig om naar deze dag toe te leven, dat komt helaas allemaal als vanzelf. Het lijkt wel een gevoelsbarometer die naar zijn dieptepunt toewerkt. En op de koop toe sta ik net deze ochtend nog bijna een uur in de file op weg naar school waardoor ik te laat arriveerde. De vragen van collega's voelen nog lastiger aan dan ze anders al zijn. Ook de kinderen op school, die doorgaans mijn humeur in een mum van tijd kunnen opkrikken, slagen daar deze ochtend niet in. De vele hallo's uit de kindermondjes doen me haast altijd stralen van geluk, nu even niet. Laat me...
Zodra de schoolbel heeft geklingeld zoek ik naar een passend muziekje op de radio, maar hoewel ik een enorme fan ben van haar stem zorgt een vrij droevig kerstliedje van Phoebe Bridgers niet meteen voor een vrolijke noot. "If we make it through December, everything's gonna be all right I know. It's the coldest time of winter, and I shiver when I see the falling snow." Het is een perfecte weergave van hoe ik me voel, maar het is allerminst een opstapje naar de toestand in mijn hoofd waar ik naartoe wil. Ik weet wel dat aan deze ellendige periode een einde zal komen, ik hunker er ook naar. Wanneer ik in de late namiddag terug naar huis rijd blijf ik met een verweesd gevoel achter. Onderweg houd ik even halt aan de winkel en bij mijn thuiskomst bereid ik een snel-klaar-maaltijd.
Na de maaltijd die me niet weet te bekoren en de obligate espresso besluit ik de loopschoenen aan te trekken. Dit kan op haast elke doordeweekse dag mijn zinnen wel verzetten, ik hoop dat een pittige intervaltraining de focus even kan weerleggen. Zeven spurtjes van vierhonderd meter, even lekker tot het uiterste gaan om dan evenveel keer tot rust te komen. Dat moet me weer op het juiste pad helpen, alsof ik al op het foute zou beland zijn. De opwarming is achter de rug wanneer ik mijn hartslag de hoogte in jaag, het tempo gaat gestaag naar boven, ik leef me helemaal uit. Hoewel ik nooit een fijnbesnaarde atleet zal worden schenk ik toch aandacht aan mijn techniek, mijn loophouding, mijn ademhaling en ik merk dat het met de conditie goed zit. En dat maakt me blij, voor heel even. Want wanneer de eerste versnelling achter de rug is en ik weer op adem probeer te komen, verschijnen ook weer donkere gedachten. Ook al duren de rustperiodes wat langer dan die van intensiviteit, die drie minuten lijken wel een eeuwigheid te duren.
Het is dus niet enkel een intervaltraining voor het lichaam, ook het mentale heeft het hard te verduren. Want na elke versnelling dwalen mijn gedachten af naar sombere bestemmingen. Telkens opnieuw zeshonderd ellenlange meters van angst. Dat vertaalt zich in angst voor de dood, maar ook voor het leven. Angst om te falen in dit leven, mijn vragen aan de toekomst blijven onbeantwoord, dat knaagt aan me. Niet enkel mijn eigen toekomst stel ik in vraag, ook die van de kinderen houdt me bezig. Zou ik niet falen als ouder? Kan ik hen een mooie toekomst bieden? Die twijfels sluipen in mijn hoofd en vinden nauwelijks de weg naar de uitgang. Ook de angst om een goede vriendin te verliezen komt aan de oppervlakte. Ik heb me ellendig gedragen toen zij het de voorbije dagen moeilijk had, was te veel met mezelf bezig en vergat haar de aandacht te geven die ze verdient. Gelukkig is het donker zodat het schaamrood op mijn wangen nauwelijks zichtbaar is. Want deze prachtmeid verdient beter, ik voel me schuldig, vrees dat ik me onmogelijk heb gedragen en dat een einde van onze sterke vriendschapsband in de maak is. Wanneer ik aan mijn zesde van zeven versnellingen ben begonnen, begint het te stortregenen, de wind blaast me haast van het donkere fietspad. "Het zal mijn verdiende loon zijn", zeg ik luidop tegen mezelf. Ik probeer opnieuw afleiding te zoeken in de muziek, maar Metallica's 'Sad But True' is zowat het vrolijkste wat in me opkomt, dus ook deze beproefde methode helpt me geen zier vooruit. Ben ik opgetogen dat ik even later doorweekt van de regen aan mijn huisje kom en kan genieten van een warme douche.
Ik laat mijn tranen onder de douche de vrije loop, er
is toch niemand die er in deze gigantische waterstroom iets van merkt. En
anderzijds hoef ik me niet te schamen voor mijn gevoelens, voor mijn verdriet. Hierdoor
vind ik opnieuw moed om er het allerbeste van te maken, om de draad weer op te
nemen. Plots zijn het de vele mooie herinneringen aan mijn overleden echtgenote
die de kop opsteken, ik word er zowaar lyrisch van. In mijn hoofd schrijf ik
zelfs een gedicht, over haar, over mezelf, over ons. Wanneer ik terug in de woonkamer
kom geef ik de kinderen een warme knuffel, ik besef nu ook dat zij het wel eens
moeilijk zouden kunnen hebben. Zo wordt het dan toch nog een rustige
familie-avond. En net voor het slapengaan ontvang ik nog een fijn berichtje van
mijn bestie die vraagt hoe het met me gaat en of ik deze moeilijke dag goed ben
doorgekomen. De virtuele knuffel op het einde doet me alvast uitkijken naar een
echte warme en innige omhelzing, want die heb ik nog tegoed.
E. Leysen
Column 9 december 2020
Waterlander
Zondagochtend 6 december. Een blik op de wekker zegt me dat het nog ontzettend vroeg is, misschien wel te vroeg om op te staan. Maar het is een speciale dag vandaag. De dochter had er al een hele week op gehamerd, zondag is er iemand jarig, een oude, maar heilige man... Zou hij ook iets in mijn schoentje hebben gelegd? Ik ben benieuwd en besluit dus maar om reeds om half zes me een weg naar de woonkamer te begeven.
En tot mijn grote vreugde vind ik tussen al dat strooigoed en speelgoed voor de kinderen toch een cadeautje dat ongetwijfeld voor mij moet zijn. Een leuke fles met een speciaalbiertje, de Sint en zijn kornuiten weten wat lekker is, of tenminste wat ik lekker vind. Maar voor een glaasje champagnebier Dame Jeanne is het nog wat vroeg, laat ik dat maar houden voor de feestdagen die voor de deur staan. Ik verplaats me dus maar snel naar de keuken, meer bepaald naar de koffiemachine. Een koffietje gaat er altijd wel in, op een zondagochtend als deze zelfs nog beter.
Na een overheerlijk en met liefde gebakken stukje bananencake als ontbijt en een tweede tasje van het zwarte goud maak ik me langzaam op voor mijn wekelijkse duurloopje. Wat kleding betreft is de keuze bij deze lichte vrieskou niet zo moeilijk en ook een afstand van om en bij de twintig kilometer heb ik al in gedachten. Rest enkel de vraag welke omgeving ik vanochtend onveilig ga maken. Doordat ik de afgelopen maanden heel wat kilometers op de teller zette ben ik wat uitgekeken op mijn eigen buurt. Maar ook op de vraag waar te lopen vind ik vrij snel een antwoord. Ruim een half uur later sta ik geparkeerd aan een kerkje enkele dorpjes verderop. De achterzijde van mijn loopshirt zegt 'Fast is beautiful', maar dat is vandaag niet van tel. Een rustig loopje en genieten van de omgeving is de boodschap.
Even over acht laveer ik nog langs een nieuwe woonwijk, maar na enkele honderden meters duik ik de natuur in. Een smal bospad dat bezaaid is met ongetwijfeld miljoenen herfstkleurige blaadjes en me naar een prachtig meer loodst bezorgt me naast een zachte ondergrond ook een fijn hardloopgevoel. Er hangt nog een dun laagje mist boven het uitgestrekte wateroppervlak, de vogeltjes fluiten naar hartelust en ik geniet dus des te meer. Wanneer een bende eenden een landing maakt lijkt het of ik van alle kanten applaus krijg, zalig en rustgevend tegelijk. Plots hou ik halt, want aan de rand van het meer op amper een meter of vijf van me verwijderd, lijkt een reusachtige, hagelwitte reiger de wacht te houden. Wanneer ik naar mijn tasje grijp om een foto te nemen vliegt hij met grote halen weg. Wow, hoe mooi kan de natuur zijn! En ik was te laat, hoe graag ik dit moment had willen delen met de rest van de wereld.
Het paadje langs het meer loodst me via een kleine omweg naar het kanaal. Vandaag zal mijn loopje in het teken van water staan, daar ben ik nu al van bewust. Mijn fantasie slaat op hol en ik waan me Waterlander, een in mijn hoofd gecreëerde superheld. Ik voel me onoverwinnelijk, niets of niemand kan me nog tegenhouden. Zonder het te beseffen begin ik te versnellen, mijn hartslag gaat de hoogte in en de adrenaline giert door mijn lichaam. In mijn hoofd zingt PJ Harvey steeds hetzelfde zinnetje. "I lost my heart under the bridge, to that little girl, so much to me." Het is van nature nogal een geheimzinnig nummer, de ideale soundtrack bij mijn beleving. Ik betrap me er op dat ik het zelfs luidop meezing. Gelukkig is er niemand in de buurt van dit smalle op- en neergaande bospad naast het jaagpad die dit gekwijl moet of zelfs wil aanhoren. Mijn onoverwinnelijkheid wordt plots gekrenkt door een klein vogeltje dat uit het struikgewas komt gevlogen, ik schrik me rot en sta terug met beide voeten op de grond in echte wereld. Het kind in me is opnieuw herschapen tot een man van halfweg de veertig, mijn fantasie houdt even op te bestaan. Desondanks blijft het een prachtig loopje en blijft het genieten geblazen tot ik weer aan mijn vertrekpunt beland.
Onderweg naar huis - ik ben toch in de buurt - hou ik even halt bij mijn maatje om te kijken wat de Sint voor hem in petto had. Ik heb nog maar net op het raam van de achterdeur aangeklopt of de Fortnite Sniper Rifle en andere geweren worden op me gericht, plastieken munitie vliegt me om de oren. "Speel je mee met de Lego? Kunnen we samen een dino bouwen! De Sint is geweest! Kijk eens wat hij allemaal heeft gebracht!", het enthousiasme kent duidelijk geen grenzen. Ik weet niet waar eerst kijken, de goedheilige man was duidelijk in een gulle bui vannacht. Opnieuw komt het kind in me boven, al is de beleving nu net iets anders, iets ruiger, iets woester... "Wil je misschien eerst een kopje koffie?", vraagt zijn mama, die de kalmte gelukkig wel heeft kunnen bewaren en vanuit de keuken komt piepen. "Dank je, dat zal me wel smaken na de aanval van deze krijger", beantwoord ik haar met een knipoog. En even later keuvelen we bij een koffietje met chocolaatje over koetjes en kalfjes en bouwen we met zijn drietjes fijne Lego-dino's en andere attributen.
E. Leysen
Column 2 december 2020
Blue Saturday
E. Leysen
Column 25 november 2020
Topcoach
De vermoeidheid na een slechte nacht met amper vijf uur slaap en drukke maar vruchtbare dag eist zijn tol en het duurt niet lang vooraleer mijn oogkleppen zachtjes sluiten. Tot ik al na enkele minuten opschrik van een gekend maar op dit tijdstip onverwacht luid signaaltje van mijn mobiele telefoon. Het is een bericht van mijn zelfverklaarde coach, mijn coach met een grote 'c', of nog beter met de hoofdletter C. "Hoe was je loopje vanavond?", vraagt ze wellicht oprecht geïnteresseerd. "Verder nog een fijne avond", valt er aanvullend te lezen. Al lachend noem ik haar steeds mijn coach, want een diploma in deze materie kan ze niet meteen voorleggen. Maar door tips over voeding en sport heeft ze me afgelopen zomer wel aardig op weg gezet om mijn leven een nieuwe en vooral sportieve wending te geven. En wat nog opmerkelijker is, ik neem het ook allemaal van aan van mijn wandel- en fietsmaatje.
Het brengt me in een lastige situatie, want eigenlijk had ik helemaal geen zin meer om de koude te trotseren. Bovendien speelde een zware zondagtraining me parten, de benen voelden loodzwaar aan. En dan die vermoeidheid... Maar we hadden het er zondagavond bij een gemoedelijke babbel nog over, dus wilde ik het vertrouwen in de Coach niet beschamen. Een rustig tochtje zou immers de ledematen goed doen. Ik sleepte me naar de kleerkast en trok dan toch maar de loopkledij aan. Het was dus niet van harte dat ik even later op straat stond en mijn gps-horloge een eerste biep gaf. Het gevoel, dat in deze herfstige omstandigheden dus niet zo bijster goed was, had zich ook al gemanifesteerd in de benen. Want het liep werkelijk voor geen meter die eerste minuten. Pijn in de bovenbenen, een hartslag die meteen de hoogte in ging en gedachten die aanvankelijk heel ver weg waren en hunkerden naar de warme sofa. Even dacht ik aan terugkeren, maar nu ik toch op pad was besloot ik om door te bijten. Naarmate ik vorderde ging het met de pijn in de benen wat beter en ook het goede gevoel maakte langzaam maar zeker zijn intrede.
Het doel van mijn training was om de spieren wat los te maken na een uit de hand gelopen uitdaging van een dag eerder. Deze uitspatting, met bijna veertig kilometer op de teller, had ik zondag nochtans goed verteerd maar eiste een dag later toch een beetje zijn tol. Maar zowel op fysiek als op mentaal vlak kwam ik er door en het duurde dan ook niet lang vooraleer ik de zin van het loopje had ingezien en ook de zin om te lopen was in zijn totaliteit weer aanwezig. Opmerkelijk was dat ik me een half uurtje na dat eerste horlogebiepje een heel ander persoon voelde, een verkwikkende douche versterkte dat gevoel nog.
Het was dus al enkele journaals later dat ik mijn mobieltje opnieuw ter hand nam om mijn Coach op de hoogte te brengen. Ik bedankte haar voor haar berichtje waarop ze me op weg had gezet en vertelde haar van de moeizame aanzet en het deugddoende eind. Ze viel een beetje uit de lucht en leek zich een beetje te verontschuldigen. Ik had immers geen verplichtingen naar haar toe. Maar samen met mij was ze trots dat ik had doorgezet. Verder keuvelden we nog even over koetjes en kalfjes en hoe dus kleine dingen soms een impact kunnen hebben op het doen en laten van een persoon. "Bedankt! Je bent een topcoach!", gaf ik haar in laatste instantie nog welgemeend mee. En toen werd het stil aan de andere kant van de lijn...
E. Leysen
Column 18 november 2020
Knooppunten
De opwarming van de aarde, er is al veel over gezegd en geschreven en er zal nog heel wat water naar de zee vloeien vooraleer de impact bij iedereen is doorgedrongen. Maar dat het alsmaar warmer wordt, daar kunnen we niet omheen. Daarom ook dat ik die woensdag in november nog eens de racefiets van stal kon halen. Een zonnige vrije dag, meer heb ik niet nodig om me op mijn carbonnen ros te hijsen.
De avond voordien had ik de banden al goed hard gezet, begon ik een route uit te stippelen en verdere voorbereidingen te treffen. Nu maar hopen dat de weerman het bij het rechte eind had en dat bleek ook zo. Al in de vroege ochtend verscheen het zonnetje aan de hemel en hiermee ook mijn goed humeur. Dat kreeg even een deukje toen mijn fietsmaatje om een begrijpelijke reden afhaakte, maar ik liet mijn plannen niet varen. Een tochtje van om en bij de tachtig kilometer zou mijn dag top maken. Ik was vrij vroeg wakker en had dus voldoende tijd voor een stevig ontbijt. Nu is dat niet meteen mijn favoriete maaltijd, maar het meergranenbrood met banaan leken een perfecte match bij een tas koffie... of vier. En nadat de dochter naar school was en de zoon zich achter de laptop had genesteld voor zijn studies maakte ik me klaar. Ik had en nam voldoende tijd zodat de voormiddag al aardig was opgeschoten toen ik eindelijk op pad kon.
Zoals wel vaker maakte ik gebruik van knooppunten om mijn route uit te stippelen, maar ditmaal was dit misschien toch niet de meest geschikte optie. Dat bleek al toen ik na enkele minuten aan de kerk in mijn eigen dorp op wegenwerken botste en niet veel later een van de gekende groene pijlen op een witte achtergrond me een zand- en kiezelweg opstuurde. Dit en het feit dat ik al ruim tien kilometer tegen een onopvallend strakke wind zat te beuken zorgden voor al dan niet kleine ergernissen in mijn drukbezette hoofd. Gelukkig wist ik waar ik naartoe moest en dat de wind op het jaagpad even verderop me een duwtje in de rug zou geven. Ik vergat even de fietsknooppunten en volgde op goed geluk mijn intuïtie. Iets wat voor de verandering goed verliep. Eenmaal langs het kanaal kreeg ik dankzij de hulp van Moeder Natuur de vaart er dan toch in.
De eentonige cadans van de pedalen en de lange rechte lijn naast het kanaal deden mijn gedachten afdwalen. Ik raakte helemaal in trance en waande me al op een belangrijke afspraak die ik die avond had en waar ik echt wel naar uitkeek. Maar hierdoor was de focus volledig weg en een handvol minuten later was ik helemaal de weg kwijt, niet alleen figuurlijk. Nu ja, de weg kwijt is niet meteen de juiste omschrijving, ik was te koppig om terug te keren naar het knooppunt waar ik het jaagpad moest verlaten en nam dan maar een van de volgende afslagen. Het deed me even terugdenken aan afgelopen zomer, toen ik tijdens een wandeling eveneens het juiste spoor bijster was. Lag het aan de oogverblindende aanwezigheid van mijn wandelmaatje, door de felle zon of was het gewoon verstrooidheid, ik zal het nooit met zekerheid weten, maar als je als wandelaar bordjes met een paard volgt dan weet je dat het wel eens fout kan aflopen. Maar die extra kilometers stonden toch maar mooi op de wandelteller.
Dat zou nu tijdens deze fietstocht ook mijn lot worden. Plots merkte ik een bord met nummer 24 op, een nummer dat ook op het lijstje op mijn fietskader voorkwam. Een fijn verhard fietspad loodste me door prachtige bossen en velden. Hoewel de vermoeidheid al zijn eerste tol eiste merkte ik gelukkig niet veel te laat het opschrift 'Regio Eindhoven' op bij de routebordjes. De zon hing intussen al laag tussen de bomen en de temperatuur voelde ook heel wat killer aan. En ik moest op zoek naar een weg richting Vlaamse grond. Een ietwat oudere man langs de kant van de weg kon me hierbij gelukkig helpen. Even later zat ik opnieuw op bekend terrein. Met de wind op de snoet en de moed dus haast in de schoenen werkte ik het laatste deel van mijn rit af.
Toen ik eindelijk de oprit mocht opdraaien was ik moe, maar kon toch met grote voldoening terugblikken op een al bij al geslaagde fietstocht. Want onverwacht had ik nog maar eens de honderd kilometer overschreden, een granfondo weet je wel... Toch bleef de haat-liefdeverhouding met knooppunten nog even nazinderen. Het is een fijne tool, waarmee je leuke tochten kan uitstippelen. Maar wanneer de talloze knooppunten in je hoofd niet met elkaar in verbinding staan en koppigheid en verstrooidheid je parten spelen, schiet je er geen zier mee op.
E. Leysen
Column 4 november 2020
Flandrien
Die eerste vakantiedag vertrek ik dan ook goed op tijd om er snel in te kunnen vliegen. Via de knooppunten heb ik een route uitgestippeld die me de moeite waard lijkt. Meteen wordt me ook duidelijk waarom men dit wandelknooppunten noemt, want lopen over de smalle en gladde paadjes is niet altijd even evident. Ik ben nog maar net vertrokken aan de kerk van Moerbeke of ik waan me al slingerend langs onooglijke veldwegen in niemandsland. Het zonnetje schijnt op mijn achterhoofd en bezorgt me een zalig gevoel, een gevoel van vrijheid ook. Een glimlach komt op mijn gezicht tevoorschijn bij het zien van een beeld van Jezus aan het kruis, met daaraan een wegwijzertje van een mountainbiketocht bevestigd. Hij wijst me de weg, want ook ik moet die richting uit. Het parcours wordt pittiger en voor ik het zelf besef sta ik oog in oog met de Muur. Dé Muur. Niet die uit China of Jeruzalem, ook niet die van Pink Floyd die wat mijn fascinatie betreft misschien nog het dichtst in de buurt komt, maar de enige echte Muur van Geraardsbergen. Ik neem even de tijd om de teksten en gedichten over Briek Schotte en Eddy Merckx te aanschouwen en wijk even van mijn route om rond de kapel te lopen. De wielerliefhebber in mij beleeft een hoogdag, ik voel me onoverwinnelijk. Beelden van Van Hooydonck, Cancellara en Boonen komen me voor de geest.
Niet veel later vervolg ik mijn route over het jaagpad van de Dender. Het is er opvallend rustig, naast een eenzame fietser en een verdwaalde wandelaar kruis ik niemand op mijn pad. De zon is intussen achter de wolken verdwenen, de wind steekt de kop op en de eerste regendruppels vallen naar beneden. Tussen achtertuintjes in, waar ik word aangemoedigd door blaffende honden en hongerige kippen, begeef ik me een weg richting Overboelare. Een naam als een klok, in tegenstelling tot vertrekplaats Moerbeke of all places. Bij het naderen van café 't Fonteintje merk ik dat er muziek komt uit een deur die wijd open staat, om Vader Abraham even te citeren. Maar het gezicht van de dame die naast deze deur haar sigaret dooft spreekt boekdelen. Ook zij moet door het verdomde virus de deuren sluiten en een grote schoonmaak is dan ongetwijfeld de meest nuttige bezigheid om de maandag door te komen.
Hoe verder mijn tocht gaat, hoe meer ik het gevoel krijg een Flandrien te zijn. De wind en de regen blijven toenemen in sterkte, ik loop intussen langs op- en neergaande modderige veldwegen. Daarnaast ben ik te warm gekleed, maar je hoort me niet klagen. Flandriens mopperden ook niet in hun wollen wielertruien. Ik geniet. Enkel de prachtige omgeving en woelige omstandigheden krijgen mijn hartslag wat de hoogte in. Plots passeer ik een begraafplaats en besef ik dat het Allerzielen is. Ik vraag me af wie een dag als deze heeft bedacht. We herdenken dus onze dierbare overledenen op die dag. Maar hoe dierbaar zijn deze mensen als we er niet constant aan denken en ze elke dag missen? De denker in mij houdt dus nooit op, voor mij is het elke dag Allerzielen.
Maar ook de loper in mij doet naarstig verder, want ik ben intussen voorbij halfweg en nader opnieuw Geraardsbergen. De Dender wijst me nu even de andere kant op, maar een kilometer later beland ik via de Vesten alweer op de top van de Kapelmuur. Het beeld is nu wel even anders dan een klein uurtje voordien. De zon heeft plaatsgemaakt voor felle rukwinden, het water stroomt met bakken naar beneden. Ik heb nog een handvol kilometers te gaan. Maar ik geniet, nog steeds.
Het regenwater gutst via de smalle uit kleigrond uitgehaalde paadjes naar beneden wanneer ik weer het bos in loop, de ondergrond kleeft aan mijn schoenzolen en maakt het onverwacht glad. Maar de Flandrien in mij blijft doorzetten. Ik voel dat het einde nabij komt en waan me een winnaar wanneer ik even later mijn auto opmerk.
Ik ben trots op mijn geleverde prestatie, maar vooral met het gevoel waarmee ik achterblijf. Een gevoel van voldoening, met een hoofd dat helemaal leeg is en een geest die heeft genoten van elk moment. Helemaal doorweekt en met de onderbenen volledig onder het slijk stap ik de auto in, op weg naar het huisje van Henk en Carine. Een warme thee, de zachte stem van Zjef Vanuytsel en een al even verkwikkende douche zorgen voor het orgelpunt. Mijn dag kan niet meer stuk...
E. Leysen
Column 28 oktober 2020
Blik op oneindig
"Heb je goed gelopen?", vraagt de dochter traditiegetrouw al swipend op de iPad wanneer ik thuiskom van mijn al even traditioneel looptochtje. "Tja, viel wel mee", antwoord ik. Op een vraag die eerder uit beleefdheid wordt gesteld dan uit fascinatie volstaat een vaag antwoord. Zo denk ik er toch over. We gaan er verder niet op in, dat zegt voldoende over de interesse van prille tieners. Zeker wanneer enkele minuten later uit dezelfde mond de woorden wat, eten, we, en vanavond tevoorschijn komen.
Nu ja, laten we het even hebben over het loopje op zich. Aanvankelijk maakten de kronkels in mijn hoofd alweer overuren, toen ik na enkele minuten de rand van het bos bereikte leek dit ongemak te verdwijnen als sneeuw voor de zalige herfstzon. De hartslag was snel onder controle, de cadans leek me in orde en het tempo was meer dan aanvaardbaar. Het werkelijke genieten kon beginnen, dacht ik. Dat was althans de bedoeling.
Ik was amper enkele honderden meters ver toen ik een eerste leeg colablikje net naast het smalle bospad aantrof. Ik dacht even aan het werk van een verstrooide tiener die het uit onwetendheid had laten vallen. Maar dat was dan duidelijk niet de enige zondaar in het in mooie herfstkleuren getooide bos geweest, want niet veel verder volgden nog talloze blikjes van andere frisdranken, energiedrankjes en goedkope pils. Om nog maar te zwijgen van de sigarettenpeuken en een handvol plastieken flesjes naast een picknickbank en diverse vuilniszakken die een tiental meter diep in het bos waren neergeplant.
Het leek wel of de bossen van de Kempische Heuvelrug als alternatief dienst deden als feestgelegenheid nu de pseudo-lockdown cafés, restaurants en feestzalen had lamgelegd. Ook lege verpakkingen van energierepen en sportgelletjes wekten mijn irritatie op, ook mountainbikers, lopers of wandelaars durven hun boekje dus al eens te buiten gaan. Die ergernis draaide stilaan om in woede. Ik probeerde het van me af te zetten en richtte mijn blik op oneindig, het was daarentegen oneindig veel blik dat ik op mijn weg kruiste.
Maar de woede in mijn hoofd maakte ook een ommekeer, ditmaal in medelijden, compassie om het in het mooi Kempisch te zeggen. Medelijden met dat deel van de mensheid dat wellicht uit puur egoïsme, onvervalste luiheid en lak aan anderen zijn afval overal laat slingeren. Dit getuigt van een gebrek aan respect voor de fauna en flora in onze bossen en langs onze velden, en dus onrechtstreeks ook voor de toekomst van onze kinderen, kleinkinderen en daaropvolgende generaties.
Het ongenoegen blijft een tijdje knagen in mijn hoofd, maar na een verkwikkende douche is er weer tijd voor andere dingen als daar zijn huishoudelijke taken. Bij het vullen van de wasmachine zijn mijn stembanden geneigd een korte maar krachtige vloek uit te kramen wanneer ik op koekjes- en snoepverpakkingen bots in de jeans van de dochter. Maar ik kan me net op tijd bedwingen...
E. Leysen
Column 21 oktober 2020
Licht in het hoofd
Het is woensdag. Het regent pijpenstelen. Kortom, het is gewoon guur herfstweer. Een ritje met de fiets zal er vandaag niet inzitten. De salonfietser in mij haalt enkel zijn stalen ros van stal bij mooi weer én wanneer het windstil is. Dat zal dus voor een andere vrije dag zijn. De loopschoenen bieden een uitweg. Ik heb geen idee waar naartoe of hoe lang ik onderweg zal zijn, dat zal het gevoel uitwijzen.
En dat gevoel strubbelt aanvankelijk toch wat tegen. De muizenissen in mijn hoofd houden me bezig en de koeien en paarden die ik op de landelijke wegen ontmoet kunnen me niet meteen een oplossing bieden. Het is natuurlijk niet hun schuld dat de toenemende werkdruk me zorgen baart, dat vriendschappen een andere weg insloegen dan ik had gehoopt en dat het figuurlijke rugzakje uit het verleden bij momenten durft door te wegen.
Het gepieker houdt aan, tot ik na enkele kilometers een bospaadje insla. De zompige ondergrond weerlegt de focus naar het lopen en de natuur brengt me tot rust. De mooie herfstkleuren zorgen voor afleiding en het genieten kan beginnen. De muziek wordt verzorgd door fluitende vogeltjes op het ritme van de ritselende bladeren. Aan oortjes met luide muziek heb ik geen boodschap. Een eekhoorn zoekt een geschikte boom om in te klauteren en tovert meteen een glimlach op mijn gezicht.
Ik verlaat even later het bos en ruil het in voor het jaagpad. Het lijkt wel een eindeloos kleurenpalet van goudgele eikenblaadjes bezaaid tussen een grasgroene kanaaloever en herfstige bosranden. Mijn gedachten dwalen terug af naar zowat tien kilometer geleden, al is de invulling niet meer dezelfde. Ik mag blij zijn dat ik kan en mag genieten van dit loopje. Maakte ik me niet onnodig druk om kleinere problemen? Er zijn tal van mensen die het zwaarder te verduren hebben dan ik, die dag en nacht geconfronteerd worden met pijn. Jonge mensen die niet meteen een uitweg voor ogen hebben of een uitlaatklep kennen zoals ik die nu heb.
De route gaat terug richting startlocatie. Ik kijk even op mijn sporthorloge en zie dat ik ruim twintig kilometer op de teller heb. Het was dus een goede zaak voor de conditie, maar een nog betere voor de geest. Ik voel me lichter dan toen ik een kleine twee uur geleden aan mijn avontuur begon. Dit zal ongetwijfeld komen door wat buikvet dat verdween. Maar ik voel me vooral lichter in het hoofd. Hier is weer ruimte vrij voor positivisme waardoor de mondhoeken weer naar boven kunnen wijzen.
E. Leysen
— Pieter Heemeryck net niet op podium EK —
EK Ironman 70.3 Elsinore (DK) - zondag 18 juni 2017
Pieter Heemeryck werd zondag vierde op het Europees Kampioenschap Ironman 70.3 in Elsinore in Denemarken. Heemeryck, twee weken geleden nog zesde in Samorin, had zijn zinnen gezet op dit EK.
Na het zwemmen kwam Pieter (foto Team Domo-Scott) als derde uit het water in het spoor van latere winnaar Michael Ralaert. Tijdens de 90 kilometer fietsen verloor Pieter een aantal plaatsen, maar tijdens de afsluitende halve marathon kon hij nog opschuiven naar plaats vier.
De wedstrijd werd gewonnen door de Duitser Michael Ralaert. Andi Boecherer, in Hawai nog vijfde, werd tweede en Nills Frommhold vervolledigde het podium.
Voor een vierde plaats had ik uiteraard getekend, maar als ik zie dat ik maar een dikke minuut van het podium verwijderd ben, had ik op de fiets misschien toch andere keuzes moeten maken. Jammer genoeg had ik wat materiaalpech met een fietsschoen waarvan de sluiting na de wissel was afgebroken waardoor ik mijn schoen niet kon aansluiten. Fietsen met een losse schoen is niet zo aangenaam, maar gelukkig kon ik de schade beperken. Ik kon nog sterk opzetten in de afsluitende halve marathon, maar het podium zat er vandaag net niet in. Jammer, maar met een 4e plaats huiswaarts keren is uiteraard super en met dit resultaat zou de selectie voor het WK 70.3 nu zeker binnen moeten zijn!"
— Wie houdt Seppe Odeyn van vijfde zege in Hel —
Hel van Kasterlee - zondag 18 december 2016
Aanstaande zondag kunnen de duatleten van de lange afstand hun hartje ophalen in de 'Hel van Kasterlee'. Voor het gros van de atleten is het behalen van de finish het hoofddoel, niet zo voor Seppe Odeyn. De wereldkampioen uit het Leuvense gaat er voor een vijfde zege op rij.
In een zachte editie vorig jaar pakte Odeyn (foto FB-pagina Hel van Kasterlee) als eerste een vierde overwinning, voor een vijfde keer wilde hij zich ondanks een druk jaar toch nog opladen. Hij is alvast de te kloppen man, de vraag is wie hem iets in de weg kan leggen.
Naast Odeyn staan er nog drie ex-winnaars aan de start. Bij Chris Maes, die in winterse toestanden het mooie weer maakte, is het alweer een tijdje geleden net als bij de sympathieke thuisatleet Bart Van de Water. Hij is wel de enige die samen met Tony Goossens ooit Seppe Odeyn, de man met het petje, kon kloppen. Van de Water werd tweede in 2011, toen Tony Goossens er zijn eerste van twee nationale titels won. Ook dit jaar moet de Lichtaartenaar kunnen meestrijden voor het podium. Recent won de Hetric-atleet nog de crossduatlon op de flanken van de Maastrichtse Sint-Pietersberg. In de zomer won hij nog de triatlon van Oud-Gastel.
Het zijn ook vooral Kempische atleten die in eigen streek geacht worden het Odeyn knap lastig te maken. Bert Nietvelt (Hetric) bewees met winst in Wetteren en Reusel in goede vorm te zitten, en als geboren Kasterleenaar kent hij het parcours op zijn duimpje. Of misschien zorgt CMC-atleet Jan Debie wel voor de verrassing met een mooie ereplaats. Ook van Geert Laurijssen, die op het laatste nippertje zijn deelname bevestigde, wordt heel wat verwacht.
Het belooft dus weer een spektakeleditie te worden. De organisatie heeft alvast een grootse start voorbereid. Die wordt gegeven om 8 uur aan sporthal Duineneind in Kasterlee.
— Tony Goossens wint op flanken Sint-Pietersberg —
Sint-Pietersbear Cross Duatlon Maastricht - 27 november 2016
De Sint-Pietersbear cross duathlon in het Nederlandse Maastricht werd gewonnen door Tony Goossens uit Lichtaart (actiefoto triatlon Eupen).
De 34-jarige ex-winnaar van de Hel van Kasterlee kon tijdens de fietsproef ruim een minuut uitlopen op het jonge Nederlandse toptalent Marco Akershoek en die voorsprong nog wat uitdiepen. Edo van der Meer werd derde op ruim drie minuten. Voor Goossens is het alvast een opsteker richting Hel nadat hij voor twee weken nog geblesseerd uitviel in de halve marathon van Kasterlee.
— Glen Laurens deelt zijn race perfect in —
Herentals Duatlont (3,7-21,3-3,7) 29/07/2016
Niet zoals verwacht Vincent Bierinckx, de winnaar van 2015, maar wel zijn grootste opponent Glen Laurens toonde zich vrijdag de beste in de derde editie van Herentals Duatlont. Bij de duo's stond geen maat op Tomas Hendrickx en zijn fietserJeroen Tollebeek.
De duo-wedstrijd lag al na enkele honderden meters in een beslissende plooi wanneer Tomas Hendrickx was weggesneld van de rest van het 120-koppig deelnemersveld. Achter hem was het wel spannend, met aanvankelijk een mooie kopgroep met hardlopers als Vincent Bierinckx, Glen Laurens en Tom Van Rooy, aangevuld met duo-loper Pieter Van Dijck. Een half minuutje later kwamen Laurent Bierinckx, Tony Goossens, Rob Douwen en Alexander Picard de wisselzone in. Tom Van Rooy en Laurent Bierinckx kenden als mindere fietsers een terugslag.
De beste fietstijd werd in de achtergrond door Joni Geeraerts neergezet, maar vooraan in de wedstrijd beschikte Tony Goossens duidelijk over de betere fietsbenen. Hij snelde tot bij Bierinckx, Laurens en enkele duo's naar de kop van de solo-wedstrijd, maar kon ondanks enkele demarrages geen afstand nemen van de betere lopers. In de afsluitende loopproef bleef het nog even spannend voor de zege toen Vincent Bierinckx gedurende twee van de drie ronden op enkele meters van Glen Laurens bleef hangen, maar de atleet van het Hulshoutste Domo-Scott Team had duidelijk het best gedoseerd en liep in de slotkilometer naar de overwinning. Bierinckx werd tweede, Alexander Picard mocht als derde mee op het podium. Goossens en Douwen vervolledigden de top vijf.
Bij de dames stond geen maat op Sandy Drouard. Zij won met bijna vier minuten voorsprong op Audrey Breur. In de uiterst spannende strijd voor de laatste podiumplaats was Ruth Vermeiren en fractie sneller dan Marissa Meijer.
In de duowedstrijd was er het overwicht voor Hendrickx-Tollebeeck. Zij werden op het podium geflankeerd door Pieter Van Dijck-Wim Veris en Frederik Swannet-Sven Luyten.
Enkele foto's van de wedstrijd vindt u terug op onze facebookpagina
— Vincent Bierinckx schittert in Dwars Door Kasterlee —
Dwars Door Kasterlee 16,1km 21/07/2016
Hardloper en duatleet Vincent Bierinckx zette donderdag een prachtprestatie neer in een bloedhete Dwars Door Kasterlee. Hij had op de nationale feestdag ruim drie minuten voorsprong op zijn broer Laurent en bleef als enige onder het uur.
De winnaar zette al van in het begin druk op de ketel door in de heuvelachtige strook in de Kastelse bossen het tempo hoog te houden. In een temperatuur van meer dan dertig graden kreunden heel wat deelnemers onder de hitte, Bierinckx liet het allemaal over zich heen komen. In een strak tempo liep de naar Geel uitgeweken atleet, die de jongste jaren ook succesvol zijn zinnen heeft gezet op de duatlon, steeds verder weg van de concurrentie. Ook op het laatste obstakel van de pittige tien mijl, de Zwarte Berg, gaf Vincent Bierinckx geen krimp om in een knappe tijd van 58:12 de finish te bereiken. Hiermee was hij ruim drie minuten sneller dan zijn broer Laurent en Sven Naert. Het trio Van Dyck, Poortmans en Van Marcke viel net naast het podium.
Het feestje bij de familie Bierinckx bleef maar duren, want ook mama Maria Vranckx belandde op het podium in deze loopklassieker. Ze ging het snelst van start, maar werd nog voor halfweg voorbijgestoken door thuisloopster Jolien Boonen. De Kasterleese had aan de streep een kleine halve minuut voorsprong op de snelle Herenthoutse. Met Elly Kerstens uit Ravelskreeg deze 34ste Dwars Door Kasterlee ook bij de dames een schitterend en vooral Kempisch getint podium.
De wedstrijd over tien kilometer werd gewonnen door Kenny Geens, voor Jan Wens en Jan Van Leuffelen. Bij de dames won Wendy Vervoort. De vijf kilometer werd beslist in een sprint waarin Senne Mols, nipt Kevin Sels voorafging. Kim Steegen was de snelste bij de dames.
— Nick Renders wint Herentals-Tielen —
Natuurloop Herentals-Tielen 14,3km 19/06/2016
Nick Renders maakte zondagmiddag indruk tijdens de klassieker Herentals-Tielen. Hij haalde het met heel wat overwicht van Tony Goossens, die ook vorig jaar op de tweede plaats eindigde. Lichtgewicht Renders duldde aanvankelijk nog het gezelschap van Goossens en Jeremy Genar, maar toen hij na twee kilometer op het loodzware parcours een versnelling plaatste moest de tegenstand passen. Freewheelend liep de ACHL-atleet (links op de foto) naar de overwinning. Tony Goossens (Hetric) volgde op een kleine drie minuten. Jeremy Genar (TROL) kon zijn derde plaats nog vasthouden, maar dit kostte de oriëntatieloper zoveel krachten dat hij al zwalpend over de finish kwam en nadien naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Vicky Liekens haalde het bij de dames. (foto Tjak Tielen)
Op de halve marathon, die aan een derde editie toe was en met onder meer de Toeristentoren in Herentals nog een zwaardere omloop te bieden heeft, was de overwinning voor Limburger Pieter Berben. Die haalde het vlot van Frederik Saman en thuisloper Stijn Van Ballaer. De Gentse Hellen Tiboel was de sterkste bij de dames.
— Tim Veremans - Race Across America 2016 —
Ultrasporter rijdt tijdrit van ruim 5.000 kilometer
Het is nu bijna vier jaar geleden dat Tim Veremans (36) uit Lichtaart de finish bereikte in de Race Across America (RAAM), een wedstrijd van 5.000 kilometer van de west- naar de oostkust van de Verenigde Staten. "Nooit meer!" waren toen zijn eerste woorden, maar op die beslissing kwam hij terug. Op 9 juni gaat de duursporter het vliegtuig op om enkele dagen later als enige landgenoot van start te gaan in misschien wel de langste tijdrit ter wereld.
Vanwaar de beslissing om toch voor een tweede keer dit avontuur aan te gaan?
"Ik vond dat ik nog iets recht te zetten had, want vier jaar geleden is het niet exact verlopen hoe ik het had gewild. Mijn belangrijkste doel was toen de finish halen en daar slaagde ik ook in, samen met slechts twintig anderen van de vijftig deelnemers. Maar de manier waarop ik het tot een goed einde bracht had ik me wel wat anders voorgesteld. We waren toen amper vertrokken toen ik een zonneslag kreeg. Toch bleef ik doorzetten, maar het werd een lange lijdensweg. Je krijgt voor de tocht van de Santa Monicapier in Californië naar Annapolis in Maryland twaalf dagen de tijd. Ik had er toen meer dan elf voor nodig. Deze editie wil ik toch al op tien dagen mijn doel bereikt hebben. Ik heb het voordeel dat ik voor een groot gedeelte weet wat me te wachten staat. Daarom ook dat ik het dit jaar helemaal anders heb aangepakt, vooral op vlak van training. In de voorbereiding naar de wedstrijd van 2012 reed ik enkele hele lange ritten, zelfs tot 480 kilometer. Maar eigenlijk had dat niet zo heel veel zin. Nu heb ik me vooral gefocust op de opeenvolging van dagen dat er gefietst moet worden. Ik koos ervoor om meerdere dagen na elkaar tochten tussen de 250 en 270 kilometer in te plannen. En ik heb het gevoel dat ik daardoor wel beter voorbereid ben. Al is het niet altijd evident om te trainen, want de weersomstandigheden in ons land lieten het dit voorjaar wel heel vaak afweten. Ik heb wel de mogelijkheid om bij ons in het fitnesscenter indoor te trainen, maar eigenlijk is dat niet echt een optie. Dat kan wel eens leuk zijn voor een uurtje of twee, maar acht tot negen uur hou ik het binnen op de fiets niet uit. Ik wil de buitenlucht in, daar voel ik me het best."
Nochtans zal je tijdens de RAAM ook met de natuurelementen rekening moeten houden.
"Daar ben ik me maar al te goed van bewust, maar ik vrees dat het in de VS vooral de warmte zal zijn die me parten kan spelen. Want fietsen dwars door de woestijn is echt geen lachertje. Daar is het met die zonneslag de vorige keer ook wat fout gelopen. Maar ook de wind zal een bepalende factor hebben op het verloop van de wedstrijd. Toch vrees ik dat het vooral mentaal een zware strijd zal worden. Het is constant een gevecht tegen jezelf. Je moet blijven doorgaan, in welke omstandigheden je ook terechtkomt. Uiteraard komt het er ook op aan om niet gekwetst te raken, want dan houdt het onverbiddelijk op. En je moet vooral wakker blijven, misschien is dat nog wel het moeilijkst. In 2012 sliep ik gedurende de twaalf dagen dat ik op pad was amper negen uur, er hoeft dus geen tekeningetje bij om te weten dat de Race Across America heel wat vraagt van het lichaam. Dit jaar ga ik mijn rustpauzes ook net iets anders inplannen, door vanaf de derde dag te werken met kortere blokken van ongeveer een half uurtje. Dat moet volstaan om weer een aantal uren op de fiets te zitten. Op dag één en twee wil ik gewoon wakker blijven en gewoon blijven fietsen. Dat moet lukken, al is het zeker geen gezondheidsritje. Het blijft tenslotte een uitdaging, maar wel eentje die kan tellen."
Zijn er nog elementen die je dit jaar anders aanpakt?
"Vooral op organisatorisch vlak staan we voor deze editie heel wat verder dan vier jaar geleden. Want je moet niet enkel aan fietsen denken en kilometers malen, het is ook belangrijk dat je een goed uitgebouwd team rond je hebt en ik denk dat ik daar ontzettend goed in geslaagd ben. Maar liefst vier van de zes begeleiders waren er ook in 2012 al bij. Want er komt best wat bij kijken. Je hebt een chauffeur nodig, mensen die instaan voor de navigatie, een voedingsdeskundige, een mecanicien en iemand die dit hele gebeuren wat coördineert. Deze mensen zijn stuk voor stuk gedreven en zorgen ook dat het thuisfront perfect op de hoogte wordt gehouden van mijn wedstrijd. Een IT-e zorgt via een live tracking systeem dat men op mijn website perfect kan volgen waar ik me bevind. De techniek staat duidelijk niet stil. Ook via sociale media wordt op die manier het thuisfront ingelicht over de gang van zaken. Er wordt ook een reportage van gemaakt die ik later nog wil uitspelen op lezingen over doorzettingsvermogen en het stellen van doelen. Voor mijn job als personal coach is dit zeker een extra troef en het is een leuk aandenken voor later. Er wordt dus niet enkel van mij doorzettingsvermogen gevraagd, dat geldt ook voor dit hele team. Want het zal ook voor hen een zware en lange tiendaagse zijn. Maar op organisatorisch vlak staan we nu veel verder dan de vorige keer. Toen liet ik alles nogal op me afkomen en dacht al snel dat alles geregeld was, maar dat bezorgde me en pak extra stress dat je tijdens een wedstrijd als de RAAM kan missen als kiespijn. Ik was ook heel blij dat ik tijdig de nodige financiële middelen bij elkaar vond om dit alles op poten te zetten. Want neem van me aan, er komt heel wat bij kijken. Dit voorjaar nam ik ook de tijd om het reglement eens grondig door te nemen en ook hier botste ik op een aantal verrassingen, elementen waarmee we tijdens de vorige editie niet of nauwelijks rekening hielden. Daar hebben we nu dus tijdig op kunnen inspelen. Ik heb er vertrouwen in dat de puzzel in elkaar zal vallen. Als duursporter wil ik mezelf tegenkomen, en gaan tot op het uiterste. Maar anderzijds wil ik dit jaar genieten van de schitterende landschappen die ik op mijn weg tegenkom. Want op dat vlak heeft de Verenigde Staten ook best wel wat te bieden."
Volg het avontuur van Tim Veremans op https://www.whatsyourchallenge.org
— Triatlon Leuven —
1,9 km zwemmen - 90 km fietsen - 21,1 km lopen
Topfavoriet Tim Brydenbach won met glans de triatlon van Leuven. Hij domineerde een kletsnatte editie van start tot finish en mocht dus oververdiend op het hoogste schavotje. Ook bij de vrouwen haalde de gedoodverfde favoriete Joke Coysman het.
Samen met kersvers papa Joris Buyl kwam Brydenbach als eerste uit het water, Lex Habraken en David De Grooff volgden op ruim een minuut. Een groepje met onder meer Bert Verbeke, Dave Rost en Gijs Van Ranst volgde nog wat verderop. Buyl was in goede doen, tot hij op het watergladdewegdek onderuit ging. Meteen moest hij de voeling met een sterke Tim Brydenbach lossen. Die begon als eerste aan de afsluitende halve marathon. Dat hij de zege niet cadeau zou krijgen was duidelijk, want uit de achtergrond bleef David De Grooff druk zetten en was ook Seppe Odeyn met een ijzersterke fietsproef komen opzetten. En tijdens het lopen ontbond ook Bart Borghs zijn duivels. Met een looptijd van 1:12 was Boghs vier minuten sneller dan Brydenbach, maar die had intussen voldoende voorsprong. Borghs, die als negentiende uit het water was gekomen op meer dan vier minuten van de latere winnaar, strandde op een kleine twee minuten op een mooie tweede plaats. De Grooff mocht na een sterke en vooral constante wedstrijd als derde mee het podium op. Seppe Odeyn werd in eigen streek vierde, voor een uitstekende Joris Buyl. De Vrieze, Verbeke, Rost, Van Ranst en Deman vervolledigden de toptien. Tony Goossens finishte na een sterk loopnummer als elfde.
Bij de vrouwen was Joke Coysman dus de beste. Nochtans was het Jolien Lewyllie die als eerste uit de Rotselaarse Plas kwam, maar in het fietsen was Coysman duidelijk de betere. Met meer dan drie minuten voorsprong op Lewyllie begon Joke Coysman aan de halve marathon, die ze gecontroleerd uitliep. Karolien Weuts werd tweede, voor Leen Vanden Daele. Jolien Lewyllie kwam afgepeigerd binnen en viel net naast het podium.
— Bilzen 111 —
Zondag 15 mei 2016 - 1 km zwemmen, 100 km fietsen, 10 km lopen
Pieter Heemeryck won zondag de Bilzen 111. In het afsluitende loopnummer kon hij zich vlot ontdoen van Iron Man Maastricht-winnaar Bas Diederen. De Nederlander was wel de betere fietser, maar Heemeryck liep de snelste tijd van het pak over tien kilometer en volgt met deze overwinning Stenn Goetstouwers op, die derde werd. Goetstouwers werkte wel een constante wedstrijd af en mocht dus verdiend mee op het podium. En wat dan gezegd van Vincent Van de Walle? Hij kwam ruim twee minuten na zijn concurrenten uit het water en tijdens het fietsen verloor hij opnieuw een handvol minuten, maar als een speer liep hij in 33:36 naar een knappe vierde plaats. En ook Kjel De Hertog deed het uitstekend. Als beste zwemmer van het pak liep hij als eerste de wisselzone in en ook daarna draaide hij steeds vooraan mee. Het podium kwam echter nooit binnen handbereik, maar toch een schitterende wedstrijd.
Ook de dames leverden een mooie wedstrijd, al ging die van start in de gutsende regen. Met de Nederlandse Danne Boterenbrood kreeg Bilzen 111 een misschien verrassende, maar zeker oververdiende winnares. Boterenbrood bleef ook de winnaar bij de mannen voor en won dus de 'Battle of the sexes', wat haar meteen 1.000 euro opleverde. Samen met haar landgenote Sarissa de Vries maakte de vlotte Nederlandse meteen de wedstrijd hard. Stefanie Adam moest na het zwemmen al anderhalve minuut goedmaken. Tijdens het fietsen leek ze even wat van haar achterstand weg te kunnen werken, maar uiteindelijk moest de triatlete van 185-Vaillant-Sportoase toch buigen voor de overmacht van Boterenbrood. De tweede plaats kwam voor de Belgische kampioene crossduatlon nooit in gevaar.
— Foto's dames Bilzen 111 —
Op de Nederlandse Danne Boterenbrood stond in Bilzen duidelijk geen maat.
Stefanie Adam kon zich zichtbaar verzoenen met de tweede plaats.